Virtual Reality, een meerwaarde in het onderwijs?

Voor Bespeak ging ik naar de ResearchED conferentie 2018: een conferentie die onderwijsonderzoek en -praktijk met elkaar verbindt. Ik volgde daar zeven sessies. In dit artikel vertel ik over de sessie van Robin de Lange: waar ging het over en wat kan ik er als onderwijskundige mee?

Als ik toepassingen van virtual reality (VR) in het onderwijs zie, denk ik altijd ‘wat zou het gaaf zijn om voor Bespeak zoiets te maken’. Tot nu toe is het daar echter nog nooit van gekomen. Dat is niet omdat we geen projecten doen waarin VR een plaats zou kunnen krijgen, maar vooral omdat we de (didactische) meerwaarde van VR onvoldoende vinden. Als je diezelfde meerwaarde ook op andere manieren en misschien zelfs beter nog kunt realiseren, tegen lagere kosten, dan is dat uiteindelijk de keuze die we maken. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is om de ontwikkelingen te blijven volgen en wie weet verandert die keuze dan ooit nog eens. Ik was daarom heel benieuwd naar het verhaal van Robin de Lange. Zijn presentatie ging over onderzoek naar de effectiviteit van VR voor leren, aanwijzingen waarom VR meerwaarde kan bieden, en ook over gevaren, uitdagingen en toekomstig onderzoek.

In opdracht van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) is een literatuuronderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit van VR in het onderwijs. De belangrijkste uitkomst is dat het vooral nog te vroeg is om conclusies te trekken. Er is nog vrijwel geen kwantitatief onderzoek verricht. Daarnaast is de onderzoeksvraag ook best heel breed. De resultaten kunnen per schoolvak, per type VR-ervaring, per les en per niveau verschillen. Dat betekent niet dat je VR dan maar niet moet gebruiken. Er zijn allerlei aanwijzingen die suggereren dat VR een krachtig leermiddel kan zijn, bijvoorbeeld om leerstof die driedimensionaal is te leren of om leerlingen te helpen om lesstof te leren waar ze zich moeilijk een voorstelling van kunnen maken. Dat maakt dat er al best veel scholen zijn die hiermee experimenteren. Daarbij is het goed om te weten dat je VR groots en meeslepend (en duur) kunt toepassen, maar ook eenvoudiger en goedkoper. De clou daarbij is en blijft dat het belangrijk is om alert te zijn op de meerwaarde. Soms kun je leerdoelen ook bereiken met video, maar geeft VR juist de ervaring die je nodig hebt. Andersom geldt ook: als je de ervaring niet nodig hebt, kan het ook op andere manieren.

Virtual Reality en Leren met AR/VR

Die insteek sluit ook aan bij het boek Leren met AR/VR, waarvoor Robin de Lange ook een hoofdstuk heeft geschreven. Daarnaast is dat boek er vooral op gericht om docenten te ondersteunen die AR en VR in hun klas willen inzetten. Het zet eerst de verschillen tussen AR en VR naast elkaar. Kortweg komt dat er op neer dat je bij VR wordt ondergedompeld in een virtuele wereld, terwijl je bij AR een virtuele laag toevoegt aan de werkelijkheid. Daarnaast geeft het boek vooral veel praktische handvatten. Het gaat in op de hardware, apps en software die je kunt gebruiken en het geeft voorbeelden van manieren waarop docenten AR en VR nu al in hun les inzetten. Dat kan heel inspirerend zijn, maar ik kan me indenken dat het ook wat overweldigend lijkt. Voor mij gaf het op een gegeven moment een beetje het gevoel dat ik door de bomen het bos niet meer zag. Maar dat is denk ik anders als je als docent bent die lesgeeft in een bepaald vak en zoekt naar mogelijkheden voor jouw vak. Dan lees je denk ik toch wat gerichter. Ik kan me dan helemaal voorstellen dat het een fijn inspiratieboek is, dat docenten die willen experimenteren met AR of VR helpt om te beginnen.

Leren met AR/VR is onder andere te bestellen bij boektweepuntnul.