Het is zondagochtend half zes. Geen normale tijd voor een werkdag van een onderwijskundige en al helemaal niet voor een zondag. Toch zit senior onderwijskundige Angelique van der Steen al in de auto. Ze is onderweg naar een draaidag voor interactieve films voor het nascholingsplatform van Centraal Bureau Drogisterijbedrijven (CBD).
1. Waarom zat je zondagochtend al zo vroeg in de auto?
“Voor CBD filmen we bij drogisten. Als we filmen, mag er geen ruis van winkelende klanten zijn. Daarom filmen we meestal buiten openingstijden.”
2. Waarom maak je interactieve films?
“In interactieve films kun je praktijksituaties realistisch nabootsen. Er wordt zo gefilmd, dat het lijkt alsof de cursist het met eigen ogen ziet. Tijdens de film verschijnen er keuzemomenten. De cursist moet dan gelijk keuzes maken, net als in het echte werkleven; daar kun je ook niet eerst de hele situatie afwachten, maar moet je ter plekke beslissen wat je gaat doen. Zoekt een klant een zelfzorggeneesmiddel tegen oorpijn, hoor je een nerveuze toon in haar stem en zie je dat er ook luiers in de mand liggen? Dan is het slim om door te vragen voor wie de geneesmiddelen zijn – haarzelf of wellicht een jong kind? Doorvragen kan in de praktijk lastig zijn, want er is vaak tijdsdruk in drogisterijen. Met de interactieve films kunnen cursisten dit oefenen in een omgeving waarin ze fouten kunnen en durven te maken. Daar leren ze immers van. Een voordeel is ook dat ze tijdens het oefenen direct feedback krijgen op hun keuzes. Die terugkoppeling krijgen ze in de werkpraktijk eigenlijk alleen als een klant een klacht heeft over een advies of gekocht product.”
3. Waar let je op bij het ontwikkelen van interactieve films?
“Om de films zo realistisch mogelijk te maken, moeten onze onderwijskundigen begrijpen hoe de praktijk in elkaar zit. Hierdoor weten ze bijvoorbeeld welke vragen gesteld worden en hoe klanten die stellen. Zo worden de scripts natuurlijk en geloofwaardig. Daarnaast moet je erop letten dat ook de timing van de keuzemomenten en de antwoordopties geloofwaardig zijn.”