Boekrecensie: Zwakke lezers, sterke teksten – Jentine Land

Bespeaker Rosa van de Veen dook in het boek Zwakke lezers, sterke teksten door Jentine Land. Het boek is een proefschrift waarin vier onderzoeken worden beschreven over tekstbegrip en tekstwaardering van vmbo-leerlingen. Interessant, want dit is een belangrijke doelgroep voor ons.

Jentine schrijft dat 25% van de vmbo-leerlingen nooit een boek leest in zijn of haar vrije tijd. Zij besteden hun vrije tijd liever aan computerspellen of appen. Als het aankomt op school, komen alle leerlingen in aanraking met teksten. Hoe kun je er als tekstschrijver voor zorgen dat leerlingen dan toch zo veel mogelijk opsteken van de tekst? Het boek Zwakke lezers, sterke lezers geeft enkele interessante antwoorden.

Over het algemeen lezen proefschriften niet lekker weg, maar Land weet duidelijk uit te leggen wat ze onderzoekt en wat de resultaten zijn. Als onderwijskundige raak ik enthousiast omdat haar proefschrift bol staat van de interessante informatie en verwijzingen naar ander interessant onderzoek. Zo heb ik het stuk over het tekstbegripmodel van Kintsch (1998) gretig doorgelezen. Aan de hand van dit model legt Land helder uit hoe tekstbegrip ontstaat en hoe je dit kan toetsen.

Uit het proefschrift blijkt dat een studietekst het beste wordt begrepen wanneer de tekst geïntegreerd is geschreven. Dat betekent dat relaties tussen zinnen duidelijk zijn door het gebruik van verbindingswoorden. Bij een gefragmenteerde zin ontbreken de verbindingswoorden. Een geïntegreerde zin als ‘In de 19e eeuw waren er veel plantages in de zuidelijke staten van Amerika, maar er waren te weinig arbeiders’, is beter te begrijpen voor vmbo-leerlingen met het woordje ‘maar’ erin. Dat lijkt misschien logisch, toch blijkt 10% van de onderzochte leerboeken uit gefragmenteerde tekst te bestaan. Vooral voor lezers van lagere niveaus was dit het geval, terwijl zij juist gebaat zijn bij een geïntegreerde tekst.

In het boek staan ook onderzoeken genoemd die twee tegenovergestelde hypothesen ondersteunen. Zo wordt aangetoond dat leerlingen een tekst leuker vinden wanneer er voorbeelden in staan die zij herkennen, zoals personages of beschrijvingen. Leerlingen identificeren zich met de tekst waardoor de tekstwaardering groter wordt en ze zich meer inspannen om de tekst te begrijpen. Ander onderzoek toont juist aan dat zulke voorbeelden zorgen voor afleiding van belangrijke informatie en dus niet leiden tot beter tekstbegrip. Land onderzocht welke van de twee hypothesen nou juist is. Het blijkt dat leerlingen een tekst met voorbeelden meer waarderen, maar ze onthouden deze niet beter. Land raadt daarom aan alleen voorbeelden te gebruiken wanneer de tekst niet geleerd hoeft te worden.

Deze laatste conclusie boeit mij. Bij Bespeak gebruiken we soms bijvoorbeeld een interview of een bericht met personages die iets uitleggen. Leerlingen onthouden volgens het onderzoek de uitleg niet beter, maar waarderen de tekst wel meer. Moeten we dan toch die personages schrappen? Hoe belangrijk vinden we het dat de tekst ook leuk is voor de leerling? Een interessante discussie die we binnen Bespeak zeker zullen voeren.

Voor iedereen die kennis wil overbrengen aan vmbo-leerlingen is dit proefschrift relevant. Land hoopt dat haar promotieonderzoek bijdraagt aan de ontwikkeling van studieboekteksten zodat leerlingen een beter begrip van teksten krijgen. Voor Bespeak zijn haar resultaten zeker interessant en gaan we ze waar nodig inzetten in onze leerteksten.

Rosa van de Veen
Ontwikkelaar