Waarom moeten kinderen nog uit het hoofd leren? Hoe zet je een klas optimaal aan het denken? Dit zijn twee (van vele) vragen die Pedro de Bruyckere onderzoekt in zijn nieuwe boek Klaskit – tools voor topleraren. Is dit boek ook een handige tool voor onderwijskundigen bij het ontwikkelen van lesmateriaal? Ik ging er eens goed voor zitten.
Als iemand die in het vak gerold is en die dus geen onderwijskundige onderzoeken heeft gelezen tijdens haar studie, lees ik graag praktische boeken die mij kennis en handvatten bieden die ik direct (het liefst vandaag nog) kan toepassen in mijn functie als senior onderwijskundige. De Bruyckere’s Klaskit is zo’n boek dat je gelijk aan het denken zet en (mij in ieder geval) op ideeën brengt. Hoe kunnen we bijvoorbeeld het idee dat je dingen ‘moet vergeten’ om ze te kunnen leren, toepassen in de leermiddelen die we ontwikkelen?
De Bruyckere bespreekt onderwerpen als waarom markeren met fluorstiften niet werkt, waarom je moet denken om te leren, hoe je wel en niet omgaat met de voorkennis van de leerling, en hoe en wanneer je multimedia inzet. Iedere vraag wordt eerst van de ene kant, dan van de andere kant belicht, om vervolgens vaak tot de conclusie te komen dat het antwoord ergens in het midden ligt. De Bruyckere refereert hierbij aan talloze onderzoeken. In ieder onderzoek blijkt wel een kern van waarheid te zitten, maar de conclusies van de onderzoeken vragen allemaal om nuances wanneer je kijkt naar wat er in de praktijk gebeurt. Dat is wat iemand iets (aan)leren een complex vak met veel grijze vlakken maakt.
Als er iets is dat Klaskit illustreert, is het dat er niet één magische formule is voor het perfecte leren. Daarom pleit De Bruyckere voor evidence-informed practice, waarbij je je onderwijskundige keuzes niet alleen baseert op onderzoek, maar ook kijkt naar praktijkervaringen, context en voorkeuren van de doelgroep – een visie die zowel bevredigend als frustrerend is. Enerzijds is het niet meer dan logisch en realistisch om voor de onderbouwing van keuzes niet alleen de feitelijkheden uit onderzoeken aan te houden. Aan de andere kant is meten weten, en geeft dat veel meer houvast. Die houvast, die handvatten, dat is waar ik stiekem toch wel naar op zoek was toen ik begon met het lezen van Klaskit, maar waarbij ik me in dit geval des te meer realiseer dat de wondere wereld van variatie en nuance de enige harde zekerheden zijn. De rol van Klaskit als tool voor onderwijskundigen is je scherp houden op de denkstappen en afwegingen bij het maken van onderwijskundige keuzes. Daarnaast gaat het boek in vogelvlucht langs bekende onderzoeken, wat zeker voor de beginnend onderwijskundige een fijn overzicht kan bieden.
Klaskit is een boek bomvol informatie zonder dat je halverwege in slaap valt. Dat is te danken aan een vlotte schrijfstijl met een informele ondertoon. Sommige zinnen laten doorschemeren dat De Bruyckere uit Vlaanderen komt, wat het boek een stuk persoonlijker maakt, maar soms ook ervoor zorgde dat ik zinnen twee keer moest lezen. De heldere structuur van het boek maakt dat echter helemaal goed. Ieder hoofdstuk begint met de te beantwoorden vragen en eindigt met een beknopte samenvatting. Het knappe van deze samenvattinkjes is dat ze de lading van het hoofdstuk helemaal dekken in slechts drie of vier punten – maar alleen wanneer je het hoofdstuk ook werkelijk gelezen hebt.
Als je voor de klas staat, maar ook als je lesmateriaal ontwikkelt, is Klaskit zeker de moeite waard om te lezen. Immers, wanneer je als onderwijskundige weet wat werkt in de klas (en wat niet), kun je nog beter lesmateriaal maken!